05 maart 2021

Ons voedsel (12d): Vergelijking van veranderingen van samenstelling eten wereldwijd

In de afgelopen 25 jaar is er wereldwijd heel veel geroepen over de verandering van ons voedsel. In meerdere landen zijn onderzoeken hiernaar uitgevoerd. Ze geven aan dat er (n)iets is verandert, maar hoe dit zich tot elkaar verhoudt is nog niet naast elkaar gezet. Daarom een blog waarin zoveel mogelijk onderzoeken naast elkaar zijn gezet.

Een onderzoek naar de verandering van de samenstelling van graan

In 2008 is een studie verschenen die over een zeer lange periode (van 1840 tot 2000) heeft gekeken naar de verandering van de samenstelling van het graan wat in Rothamsted (een proefboerderij in het VK) werd gekweekt. Hiermee is een trend over 160 te bepalen, wat een aantal interessante inzichten heeft gegeven (zie de figuren hieronder):
  1. Vanaf de jaren 60 van de 20e eeuw is er een verandering opgetreden bij de 3 vakken die in de studie zijn bekeken (en die allemaal lopen vanaf 1840), zowel bij de plot met dierlijke mest (FYM),  het proefvak (control) als het vak met kunstmest. Hierbij is bij 2 (toepassing van (kunst)mest) van de 3 de opbrengst toegenomen, terwijl de chemische samenstelling (Zn, Fe, Cu en Mg zijn bekeken) bij alle 3 redelijk gelijkwaardig afgenomen is (zie eerste reeks van 6 figuren). Dit duidt op invloed van nieuwe varieteiten die vanaf de jaren 60 zijn gebruikt.
  2. Tegelijkertijd blijkt dat de zink en ijzer / fytaat verhouding vanaf het begin van de proef (1840) al een dalende trend vertoond (zie onderste figuur), wat een indicatie is dat de beschikbaarheid uit graan van zink en ijzer bij consumptie is afgenomen (fytaat doet de beschikbaarheid voor mensen afnemen).

Bron: http://www.kore.no/wp-content/uploads/2015/02/evidence-of-decreasing-mineral-density-in-wheat-grain-over-the-last-160-years.pdf
a: oogst; b: oogst index; c: zink; d: ijzer; e: koper; f: magnesium

Bron: http://www.kore.no/wp-content/uploads/2015/02/evidence-of-decreasing-mineral-density-in-wheat-grain-over-the-last-160-years.pdf

Oorzaken van verandering

Over de verandering van de voedingswaarde zijn veel verschillende redenen genoemd, een greep uit de mogelijke oorzaken:
  • verandering van bodemvruchtbaarheid als gevolg van bijvoorbeeld
    • gebruik van pesticiden (en kunstmest)
    • grootschalige mechanisatie met dieper en meer ploegen en bodemverdichting
  • gebruik van andere rassen (zie ook halverwege blog 12b), die gekweekt zijn met de focus op:
    • hogere opbrengst
    • langere houdbaarheid
    • product wat er mooi uit blijft zien
  • gebruik van kunstmest met als gevolg het verdunningseffect (zie het einde van blog 12a)
  • grotere velden en dus grotere monoculturen zonder de vele rafelranden met biodiversiteit en een ongeroerde bodem
  • tussen jaren kunnen er (o.a. door meteorologische verschillen) ook verschillen in voedingswaarde en samenstelling optreden
  • Verschil in sampling: bij fruit kan het zijn dat een fruit van een oude boom is vergeleken met een nieuwe boom (of andersom), waarbij het fruit een andere samenstelling heeft
  • Aspecten gerelateerd aan de wijze van onderzoek, waar is het sample genomen, hoe is het verwerkt voordat het onderzocht is etc.
De impact van verschillende rassen en de variatie tussen jaren is goed zichtbaar gemaakt in een onderzoek uit 2017 naar verschillende appelrassen in 3 opeenvolgende jaren. Onderstaande figuur laat links de hoeveelheid K, N, P, Ca en Mg zien bij 42 appelrassen in 2008. Groen geschreven namen zijn commerciele rassen, blauwe geschreven zijn oude rassen. De rechter figuur laat vervolgens voor 11 rassen (6 commerciele en 5 oude rassen) de hoeveelheid eerder genoemde mineralen zien in 2008, 2009 en 2010. Te zien is dat de verschillen door de jaren heen ook sterk kunnen verschillen. Bij appels is er dus een bandbreedte waarbinnen de chemische samenstelling van het fruit varieert, dit is van groot belang om in het achterhoofd te houden bij de rest van de blog.

Bron: https://link.springer.com/content/pdf/10.1007/s10341-017-0336-8.pdf

Het interessante aan de graan studie die als eerste is weergegeven, is dat er zowel een algemeen langetermijn daling is te zien bij zink en ijzer / fytaat verhouding als een daling van de mineralenconcentratie vanaf de jaren 60, vanaf wanneer andere rassen in omloop kwamen.
Deze beide studies laten dus zien dat er meerdere processen door elkaar heen spelen: veranderingen per jaar als gevolg van veranderingen in de bodem en het weer, veranderingen als gevolg van andere rassen en lange termijn veranderingen ongeacht ras.

Alle grootschalige onderzoeken naast elkaar

In de afgelopen 25 jaar zijn er buiten Nederland minstens 7 onderzoeken uitgevoerd waarin de verandering van het eten is bepaald. In blog 12c is een analyse beschreven van de Nederlandse situatie middels vergelijking van de NEVO tabellen. Deze 8 onderzoeken zijn met elkaar vergeleken. De periode van vergelijking, het aantal onderzochte producten, welke producten zijn onderzocht, de focus, en daarmee de onderzochte parameters, allemaal verschillen ze van elkaar in de 8 onderzoeken. Onderstaande tabel laat de belangrijkste karakteristieken van de verschillende onderzoeken zien (waarbij alleen wordt gekeken naar verse producten, niet naar verwerkte of gekookte aardappels, fruit en groente). De grote verschillen tussen de onderzoeken maken een goede vergelijking van deze onderzoeken dan ook een uitdaging.


Australie
Canada
Finland
Geigy
NL
(NEVO)

UK
USA1
USA2
Aardappels
Fruit
Groente
Andere
Totaal
2
19
23
-
44
1
10
14
-
25
1
8
18
33
60
1
3
3
1
8
3
25
44
47
119
-
19
21
-
40
1
4
38
-
43
-
4
5
1
10
Type
onderzoek
Eetbare portie
Eetbare portie Droge stof
Eetbare portie Eetbare portie Eetbare portie Eetbare portie
Eetbare portie
Periode/
onderzochte
jaren
1980,  2000
1951, 1972 1999
1970,  2000 1985, 1996, 2002
1971,  2010
1930,  1980
1950,  1999
1963, 1999
Water


X

X
X
X
X
Ca
X
X
X
5
X
X
X
X
Cu


X


X


Fe
X
X
X

X
X
X

K
X

X

X
X

X
Mg
X

X
5

X

X
Na
X



X
X


P


X

X
X
X

Se


X





Zn
X

X





Vet




X

X

Eiwit




X

X

Koolhydraat




X

X

Energie




X

X

Vit A

X


X

X

Vit B1

X


X

X

Vit B2

X


X

X

Vit B6



1
X



Foliumzuur



2




Vit C

X

3
X



Nicotine-zuur

X


X

X

Beta Carotheen




X




In het overzicht is 1 buitenlands onderzoek niet opgenomen: in 2000 is het UK-onderzoek van Meyer uit 1997 herhaald door Thomas en zijn een aantal producten toegevoegd ten opzichte van het onderzoek uit 1997. Vergelijking van de data van beide onderzoeken laat echter zien dat de data door Thomas in 2000 zijn toegeschreven aan andere jaren (1940 of 1978), terwijl in het onderzoek van Meyer aangegeven wordt dat deze onderzoeken niet zijn herhaald sinds 1930, waardoor zij ze toeschrijft aan 1930. Omdat in deze blog juist naar de verandering over de tijd wordt gekeken (met het moment van analyse), is op basis van deze uitleg het onderzoek van Thomas in zijn geheel niet gebruikt.

Verder is er in 2017 een literatuurstudie uitgevoerd door het Louis Bolk instituut.  Hierbij is een analyse gedaan van de samenstelling van groenten conform de NEVO tabel 1980 versus die van 2014. In het rapport is alleen een tabel opgenomen waarin de toename, gelijk of afname is weergegeven (de percentages voor de NEVO analyse zijn berekend op basis van 44 groenten, als het aantal dus lager is dan 44 (laatste kolom) is de som van de percentages dus ook niet 100%; dit om de onderlinge vergelijking te kunnen maken).
De resultaten van de vergelijking van deze studie met de eerder uitgevoerde NEVO vergelijking (zie blog 12c) staan in onderstaande tabel. Grosso modo komt dit redelijk met elkaar overeen: veel stoffen hebben een lagere concentratie dan vroeger, behalve de hoeveelheid energie, deze is bij een zeer groot aantal groenten toegenomen.


Louis Bolk analyse
1980 versus 2014
Vergelijking NEVO
1971 versus 2010
Toege-nomen
Gelijk
Afge-nomen
Toege-nomen
Gelijk
Afge-nomen
Aantal
Energie
87%
0%
13%
75%
7%
18% 44
Eiwit
18%
55%
26%
14%
48%
39%
44
Vet


27%
7%
55%
39
Koolhydraten 13% 47%
39%
11%
52%
36%
44
Calcium
21%
55%
24%
27%
52%
20%
44
Fosfor 8%
68%
24%
23%
59%
16%
43
IJzer
11%
51%
38%
7%
50%
41%
43
Kalium
8%
57%
35%
2%
57%
39%
43
Natrium
0%
49%
51%
5%
52%
39%
42
Beta-Carotheen



16%
0%
34%
22
Vitamine B1
18%
71%
11%
16%
64%
18%
43
Vitamine B2
18%
68%
13%
7%
73%
20%
44
Nicotinezuur



5%
89%
7%
44
Vitamine B6 totaal



9%
45%
43%
43
Vitamine C


7%
45%
48%
44
Water


16%
80%
5%
44

Alle onderzoeken roepen dat er (n)iets veranderd is, maar ze bepalen dat allemaal op basis van andere factoren over een andere periode en op basis van andere producten. Daarom een poging om ze naast elkaar te leggen. Alle genoemde producten (in het Engels) zijn vertaald en gelinkt aan het zelfde product in het Nederlands om vergelijking mogelijk te maken.
Bij de vergelijking is vervolgens gekeken naar de 2 mineralen die het meeste zijn onderzocht: ijzer en calcium, naar vet (vanwege de sterke afname in groenten, zie blog 12c) en 2 vitaminen, vitamine B1 en C.

Vergelijking van calcium

In alle literatuur wordt gesproken over percentuele veranderingen van de verschillende producten, hoe deze zich echter tot elkaar verhouden, dat is de grote vraag. Om de verandering van het calcium gehalte te kunnen vergelijken, is alleen gekeken naar de gewassen die in minimaal 3 onderzoeken voorkomen. Dit resulteert in 34 producten (aardappels, groente, fruit). Voor deze producten is vervolgens de percentuele verandering van de calcium concentratie uitgerekend. Deze waarden zijn in onderstaande tabel weergegeven. De percentages zijn gekleurd op dezelfde manier als in blog 12c: hoe roder hoe groter de afname, hoe groener hoe groter de toename.
De producten zijn gesorteerd op de maximum aangetroffen concentratie calcium in het product en ingedeeld in 4 groepen: > 100 mg/100g; tussen 50 en 100 mg/100g; tussen 25 en 50 mg/100g; en tussen 25 en 50 mg/100g. De eerste groep heeft dus (ooit) in een onderzoek een concentratie van meer dan 100 mg Ca per 100 g product (gehad), de laatste groep heeft een concentratie van 10 tot 25 mg Ca per 100 g product. Een afname bij de eerste groep heeft bij gelijke consumptie van beide producten dus een veel grotere impact dan een afname bij de laatste groep: een grote afname bij een lage concentratie was weinig, en is nog steeds weinig, terwijl een grote afname op een hoge concentratie wel tot een enorme vermindering van de Ca consumptie kan leiden.
Wat opvalt is dat er weinig producten zijn waarbij er bij alle onderzoeken sprake is van een afname; zowel toenames als afnames lijken in onderzoeken te zijn gevonden.

Bron achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken:

Daarom is ook gekeken naar de verandering van de calcium concentraties door de tijd. Van de 34 producten is een selectie gemaakt om te laten zien (34 grafieken is onoverzichtelijk). Opgemerkt wordt hierbij dat in deze en de hierna volgende grafieken de kleuring van de 8 onderzoeken gelijk is, de legenda laat altijd dezelfde 8 onderzoeken zien, alleen als er data beschikbaar is wordt er een lijn geplot.
Bij het presenteren van de grafieken zijn de vier calcium concentratie groepen uit de tabel gebruikt en zijn per groep drie grafieken getoond. Hierbij is geprobeerd in ieder geval 1 grafiek te laten zien met een redelijk duidelijke daling, terwijl bij de andere een onduidelijke trend uit alle data te halen is.  
 
Bron achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken

De grafieken laten zien dat de meeste onderzoeken zijn gebaseerd op 2 punten in de tijd, die hopelijk in de tijd ver uit elkaar liggen. De studie naar granen heeft laten zien dat sinds de introductie van nieuwe rassen als gevolg van de groene revolutie (wat sinds de jaren 60 een hoge vlucht heeft genomen), de samenstelling van de producten sterk verandert kan zijn (zie ook halverwege blog 12b). Belangrijk is dus om in ieder geval 1 punt voor de introductie van nieuw rassen en voor de grootschalige mechanisatie en groene revolutie te hebben liggen. Onderzoeken met alleen punten na 1960 laten dus mogelijk de opgetreden daling niet goed zien (Australisch en Geigy onderzoek en mogelijk het Finland en Nederland onderzoek).
Het eerder genoemde onderzoek naar de appelvarieteiten laat ook zien dat er tot wel een factor 2 in calcium variatie over de jaren kan optreden. In de grafieken kan iets soortgelijks zichtbaar zijn: met 2 punten die relatief dicht bij elkaar liggen, is het goed mogelijk een stijging te vinden terwijl er op de lange termijn een daling optreedt (zie bijvoorbeeld broccoli, wortelen en aardbeien). Met te weinig meetpunten kan niet worden uitgesloten dat een optredende verandering van 50% mogelijk een vaker optredende fluctuatie is. Daarnaast kan het ook niet worden uitgesloten dat hierbij meespeelt dat op iedere locatie waar iets groeit, de samenstelling anders kan zijn: zie bijvoorbeeld rabarber (waarden veranderen weinig volgens de onderzoeken, terwijl de waarden per onderzoek sterk verschillen). Producten in de supermarkt kopen (waar producten van all-over-the-world kunnen worden verkocht) en die met elkaar vergelijken kan dus aan de ene kant appels met peren vergelijken zijn als je de verschillen gaat proberen te verklaren; als je echter naar de gezondheidseffecten voor de consumenten kijkt, is die fluctuatie in een globaliserende wereld echter wel de dagelijkse realiteit.

IJzer

IJzer is onderzocht in 6 onderzoeken, waarbij voor het onderzoek van Finland alleen de nieuwe data beschikbaar is (van 2000), de punten zijn dus wel in de grafieken meegenomen, maar de percentages niet in de tabel opgenomen. Alleen die producten zijn meegenomen, die in minimaal drie onderzoeken zijn meegenomen, dit resulteert in 34 producten.
Ook voor ijzer zijn allereerst de veranderingen over de onderzochte periode uitgerekend en in onderstaande tabel weergegeven. Ook deze tabel is gesorteerd op de maximum gevonden ijzer concentratie, en ingedeeld in 4 groepen: <0,5mg/100g; 0,5 - 1mg/100g; 1 - 2mg/100g en 2 mg Fe/100 g. Net als bij calcium zijn er ook bij ijzer bijna geen producten te vinden waar of in alle onderzoeken een daling of in alle onderzoeken een stijging in de ijzer concentratie is gevonden.

Bron achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken

Daarom is ook voor bij deze groep een overzicht gemaakt van 3 grafieken voor elk van de 4 groepen.

Bron achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken

De grafieken laten voor een aantal producten alleen dalende lijnen zien. Echter: omdat met uitzondering van het onderzoek in Canada alle onderzoeken uit 2 punten bestaan, is het niet uit te sluiten dat er hier sprake is van jaarlijkse variaties. Dit is goed zichtbaar bij het onderzoek naar sinaasappelen (links in onderste rij): hierbij zijn 4 dalende lijnen gevonden. Als echter deze 4 reeksen als 1 tijdreeks zou worden weergegeven, is er sprake van een jaarlijkse fluctuatie met een vrij constante bandbreedte (maximum waarde blijft redelijk terugkomen). Meer meetpunten (met vooral onderzoek in opeenvolgende jaren), zijn dus noodzakelijk om uitsluitsel te geven van of variatie of dalende trend.
Verder laten doperwten, komkommer, radijs en aardappelen tegenstrijdige trends zien, waarbij opnieuw geldt, dit kan onder andere komen door fluctuatie door de jaren heen.

Vetten

Vetten zijn helaas maar zeer beperkt onderzocht, naast het NEVO onderzoek (zie blog 12c) zijn vetten ook onderzocht in het USA onderzoek. Vergelijking van de twee datasets geeft 20 producten die in beide onderzoeken zijn meegenomen. Deze zijn gesorteerd op het maximum gevonden vetgehalte bij elk product en vervolgens gegroepeerd in 2 groepen: meer of minder dan 0,5 mg vet /100 gram product. Onderstaande tabel geeft het resultaat weer.

Bron achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken

De bevindingen in de VS (over de periode 1950 - 1999) zijn totaal anders dan die bij de Nederlandse producten (over de periode 1971 - 2010). Omgekeerde patronen treden beiden op, en de volledige afname van de vetten in de groenten die bij de Nederlandse producten is opgetreden is in de VS niet gevonden.
Voor beide groepen zijn 3 grafieken geselecteerd, die laten zien dat geen duidelijke patronen zichtbaar worden, alleen bij chineese kool (en snijbiet, die niet is weergegeven) zijn beide lijnen dalend. Kortom, een duidelijke noodzaak voor veel meer data en onderzoek wat hier precies aan de hand is.

Bron achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken

Vitamine B1

Vitamine B1 is in drie onderzoeken meegenomen, in totaal zijn er 35 producten die in 2 of meer onderzoeken zijn meegenomen. Ook hier zijn de percentuele veranderingen bepaald, waarbij ze zijn gesorteerd op maximum gevonden vitamine B1 concentratie. De gegevens zijn opgedeeld in 3 groepen: > 0,1 mg/100g; tussen 0,05 en 0,1 mg/100g; en < 0,05 mg/100g.
Onderstaande tabel met de percentuele veranderingen over de onderzochte periode, laat zien dat de veranderingen behoorlijk verschillen, maar minder erg als bij de vetten. Grote stijgingen en grote dalingen bij hetzelfde product komen maar beperkt voor.

Bron achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken

Om inzicht in de veranderingen in de tijd te krijgen zijn voor elk van de 3 groepen 3 grafieken geselecteerd waarin de percentuele trends zichtbaar worden. Te zien is dat hier de grafieken iets meer vergelijkbare resultaten laten zien (rekening houdend met jaarlijkse verschillen die kunnen optreden door variaties in de bodem of het weer). Uitzondering hierbij zijn spinazie (daling en sterke stijging) en radijs (gelijk of daling met daarbij grote verschillen in gevonden concentratie).

Bron: achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken

Vitamine C

Vitamine C is onderzocht in 3 onderzoeken. Er zijn 17 producten die in twee of meer onderzoeken zijn meegenomen. Na sortering op gevonden maximum concentratie zijn de gegevens opgedeeld in drie groepen: > 25 mg/100g; tussen 10 en 25 mg/100g; en < 10 mg/100g. Dalingen en stijgingen komen redelijk met elkaar overeen.

Bron: achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken

Opvallend is dat binnen het Canadese onderzoek sterke veranderingen optreden, waardoor zowel (sterke) stijgingen als (sterke) dalingen optreden. Vooral deze Canadese variatie vraagt om grafieken, waarbij gegevens door de tijd zijn weergegeven. Tevens kan met deze grafieken worden gekeken naar de Geigy gegevens, die interessant zijn, vanwege het feit dat ze drie punten in een vrij kort tijdsbestek hebben.
Wat opvalt is (naast de daling die bij een aantal producten optreedt), de grote fluctuatie (appel, tomaat, aardappelen) en tegenstrijdige ontwikkelingen (wortels, peer). Dit laat opnieuw zien dat meer gegevens nodig zijn om echt te kunnen duiden wat er nu werkelijk aan de hand is.

Bron: achterliggende data: de in bovenstaande tabel genoemde 8 onderzoeken

Conclusie

Met deze blog is geprobeerd helder te krijgen of de verschillende onderzoeken naar de verandering van de samenstelling van ons eten in de afgelopen decennia - die wereldwijd zijn uitgevoerd - een vergelijkbaar beeld laten zien, dan wel totaal niet met elkaar overeen komen.

Er zijn maar zeer weinig onderzoeken gevonden die lange termijn of meerjarig onderzoek naar de verandering en variatie van de samenstelling van agrarische producten hebben gedaan. In twee is dat wel enigszins gedaan, een onderzoek naar appels en een onderzoek naar graan. Het onderzoek naar de appels (over 3 opeenvolgende jaren) laat zien dat er tussen opeenvolgende jaren grote verschillen bestaan in chemische samenstelling van een appel en dat dit tussen rassen ook zeer sterk verschilt. Het onderzoek naar graan (over een periode van 160 jaar) laat ook een sterke variatie tussen de jaren zien, maar laat daarbij ook een sterke afname van de mineralenconcentratie zien vanaf de jaren 60, waarschijnlijk als gevolg van andere varieteiten. Tenslotte lijkt er een lange termijn verandering plaats te vinden, die niet afhangt van gebruik van andere varieteiten.

Naast deze 2 onderzoeken die kijken naar 1 gewas zijn er 8 bruikbare onderzoeken gevonden die een breed spectrum aan voedingsproducten hebben onderzocht op basis van 2 of 3 meetpunten in de tijd. Ze trekken allemaal verschillende conclusies op basis van andere onderzochte producten over verschillende perioden door andere parameters te onderzoeken. Ondanks dat is er een vergelijking gemaakt. Hieruit zijn de volgende conclusies te trekken:

  • Vergelijking van de percentuele veranderingen van parameters bij verschillende producten, laat zien dat per parameter bij een product zowel percentuele stijgingen als dalingen van de concentratie zijn gevonden.
  • Weergave van de gegevens door de tijd laat zien dat er waarschijnlijk een duidelijke jaarlijkse fluctuatie in de samenstelling van producten is (zoals ook bij de appels en de granen is aangetroffen). Sommige positieve dan wel negatieve veranderingen lijken binnen deze fluctuatie bandbreedte te vallen (o.a. het Geigy onderzoek en het Australische onderzoek).
    Gezien de resultaten van het onderzoek naar graan en appels, is het dan ook van belang dat er een goede bandbreedte bepaling wordt gedaan om de te verwachten fluctuatie van samenstelling door de jaren heen te bepalen. Hierbij is het noodzakelijk om ook punten voor de groene revolutie te hebben, om te weten hoe de samenstelling in het verleden was, zodat de lange termijn verandering bepaald kan worden.
  • Een conclusie over de verandering op basis van 2 meetpunten, die beide van na de groene revolutie zegt vrij weinig; een conclusie op basis van 2 meetpunten waarbij er 1 voor de groene revolutie ligt geeft in ieder geval een duidelijke indicatie. Hoe meer onderzoeken vergelijkbare trends laten zien, hoe plausibeler het is om een conclusie te kunnen trekken.
  • Bij 17 van de in totaal 41 bekeken producten is het (op basis van weergave door de tijd) redelijk aannemelijk dat er een daling van de concentratie van bepaalde stoffen heeft plaatsgevonden. Bij de andere weergegeven producten is de grafische trend niet dalend of niet helder (in verband met mogelijke bandbreedte). Van de volgende stoffen is het aannemelijk dat de concentratie in de genoemde producten is afgenomen:
    • Calcium - 5 van de 34 producten; aardappelen, bieten, broccoli, ijsbergsla, wortelen
    • IJzer - 8 van de 34 producten; aardbeien, ananas, appel, bloemkool, peer, perzik, spinazie, wortelen
    • Vetten - 4 van de 20 producten; chinese kool, bleekselderij, snijbiet, ui
    • Vitamine B1 - 6 van de 35 producten; aardbeien, appel, broccoli, komkommer, peer, perzik
    • Vitamine C - 4 van de 17 producten; komkommer, bloemkool, spinazie, ui
Geen heldere eindconclusie dus, een deel is duidelijk van chemische samenstelling veranderd voor een deel is het niet duidelijk. Tegelijkertijd kan daarmee niet gezegd worden dat het eten niet is veranderd. Alleen kijken naar de mineralen en de vitaminen is mogelijk niet de juiste manier van kijken. In melk zitten bijvoorbeeld wel 70 typen vetten waarvan een deel goed en een deel fout is. De totaalvetten bekijken in melk is dan dus niet genoeg. Net als wijn nog steeds terroir heeft, zo had melk vroeger ook terroir afhankelijk van het weiland waar de koe graasde. Als de smaak anders is moet er ook iets in de samenstelling anders zijn. Dit is alleen complexer dan alleen de chemische minerale samenstelling. Mogelijk geldt iets soortgelijks ook voor de aardappels, groente en fruit: alleen naar de chemische samenstelling bekijken is dan niet genoeg.

Bronnen en verder lezen

- https://journals.ashs.org/hortsci/view/journals/hortsci/44/1/article-p15.xml
- https://www.canada.ca/en/health-canada/services/food-nutrition/healthy-eating/nutrient-data/canadian-nutrient-file-2015-download-files.html
- http://edepot.wur.nl/32031
- http://edepot.wur.nl/449448
- https://www.emerald.com/insight/content/doi/10.1108/00070709710181540/full/html
- https://www.foodlog.nl/images/uploads/Voedingswaarden_Geigy.pdf
- http://www.foodstandards.gov.au/publications/documents/minerals_report.pdf
- https://www.humanite-biodiversite.fr/system/attachments/7529/original/nutrient_changes_in_vegetables_and_fruits_1951-1999.pdf
- https://2016.jsconf.eu/A1ZFKKK0OK/nederlandse-voedingsmiddelentabel-ZHLL97AW9M.pdf
- http://www.kore.no/wp-content/uploads/2015/02/evidence-of-decreasing-mineral-density-in-wheat-grain-over-the-last-160-years.pdf
- http://www.louisbolk.org/downloads/3494.pdf
- http://www.mgwater.com/articles/Rosanoff/%2865%29%20Historical%20changes%20in%20the%20mineral%20content%20of%20fruits%20and%20vegetables.pdf
- http://www.mineralresourcesint.co.uk/pdf/mineral_deplet.pdf
- http://www.mineralresourcesint.co.uk/pdf/Mineral_Depletion_of_Foods_1940_2002.pdf
- http://nevo-online.rivm.nl/Default.aspx
- https://www.researchgate.net/publication/223916010_Changes_in_the_mineral_and_trace_element_contents_of_cereals_fruits_and_vegetables_in_Finland
- https://rockdustlocal.com/uploads/3/4/3/4/34349856/americas_vanishing_nutrients.pdf
- https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0889157507000336
- https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0889157516302113
- https://link.springer.com/content/pdf/10.1007/s10341-017-0336-8.pdf
- https://link.springer.com/article/10.1007/s10341-017-0336-8
- https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/07315724.2004.10719409
- https://www.theglobeandmail.com/life/todays-fruits-vegetables-lack-yesterdays-nutrition/article4137315/
- https://www.theguardian.com/lifeandstyle/2005/may/15/foodanddrink.shopping3
- https://www.voedingscentrum.nl/professionals/productaanbod-en-levensmiddelendatabank/levensmiddelendatabank/het-ontstaan-van-de-levensmiddelendatabank.aspx
- https://en.wikipedia.org/wiki/Rothamsted_Research
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Fytinezuur
- https://soils.wisc.edu/facstaff/barak/poster_gallery/minneapolis2000a/
- https://blamingnature.wordpress.com/2014/03/04/50-years-of-lost-nutrition/

1 opmerking:

Unknown zei

Lekker van eigen land: Dank voor het grootse onderzoek. Hoewel het volgens u niet helemaal duidelijk is of er een sructurele daling heeft plaats gevonden op alle terreinen en waar eventuele daling bij een aantal elementen deoor zou hebben plaats hebben gevonden, is er volgens mij niets mis met de gedachte dat je als je meer uit de grond haalt dan dat er weer inkomt het je alle redelijkheid mag aannemen en logisch lijkt dat de opname zal gaan verminderen, als er minder aanwezig is, dan valt er minder op te nemen.

Dus ik blijf in de overtuiging dat we organische stoffen, mineralen en overige voedingstoffen moeten toevoegen aan de bodem en tevens deze zo weinig mogelijk moeten bewerken om een optimaal bodemleven te creeeren en te behouden.

Maar nogmaals dank voor het hele weekend lezen en kin uw blog vermelden.U heeft mijn respect.