11 september 2020

Ons voedsel (12c): Hoe is ons eten veranderd? Een vergelijking tussen 1971 en 2010

In alle discussies over eten en landbouw laait steeds weer de vraag op, in hoeverre de samenstelling van ons eten is veranderd. In het buitenland zijn verschillende studies verschenen over de verandering van ons eten, in Nederland echter nog maar zeer beperkt. 
Wel wordt in ons land al sinds 1941 de samenstelling van ons eten gepubliceerd door de stichting NEVO. In deze tabellen die met enige regelmaat (niet jaarlijks) worden gepubliceerd, staat een overzicht van hoe ons eten is samengesteld (vetten, calorien, mineralen, vitamines etc). Sinds een aantal jaren is deze stichting onderdeel geworden van het RIVM. De huidige NEVO databases zijn tegenwoordig online te raadplegen. Vergelijking van data tussen de verschillende jaren om de verandering van de samenstelling van ons eten te bepalen behoort hiermee tot de mogelijkheden. Hier wordt naar gehint in een onderzoek van de WUR uit 2007; in dit rapport staat het volgende op bladzijde 16:

"Gegevens van gehalten aan nutriënten in groenten en fruit in Nederland zijn te vinden in de Voedingsmiddelentabellen, welke regelmatig gepubliceerd zijn vanaf 1941. Een ruwe analyse van de Voedingsmiddelentabel van 1955 (Den Hartog, 1955) en die meest recente versie (Voedingscentrum, 2006) laat zien dat voor de vergelijkbare gegevens, K en Fe, er meestal dezelfde getallen gehalten gegeven worden in 2006 als in 1955. Volgens mevrouw Westenbrink van de NEVO zijn de onderliggende gegevens waarop de voedingsmiddelentabellen zijn gebaseerd vanaf ongeveer 1975 digitaal beschikbaar. Dit maakt in principe een vergelijking mogelijk tussen “oude” en nieuwere data. Daarbij tekent ze wel aan dat het aantal gegevens per product vaak beperkt is (bijvoorbeeld één studie in 15 jaar aan een groente). Het achterhalen van de achterliggende informatie (bemonstering, monsterbehandeling, analysemethode) is in principe mogelijk maar dat zou veel werk vergen."

In 2017 is een rapport van het Louis Bolk instituut verschenen, waarin zij in hoofdstuk 3 een overzicht wordt gegeven van wat er in de literatuur bekend is op het vlak van de verandering van ons eten, hierbij worden veel bronnen uit het buitenland opgevoerd. Er wordt hierbij ook een overzicht gegeven van de verandering van 38 groenten tussen 1980 en 2014. Dit is echter een geaccumuleerd overzicht, (welke groenten zijn meegenomen wordt niet aangegeven); de veranderingen per gewas worden niet weergegeven. 
Om meer gevoel te krijgen bij de veranderingen van de groenten en van andere producten (fruit, aardappels, noten en peulvruchten) ben ik in de verschillende NEVO tabellen gedoken, ik heb hierbij de beschikking over de jaargangen 1971/26e druk, 1979/32e druk, 1983/34e druk, 1994/38e druk, 2004/40e druk en 2010. Tevens heb ik later foto's gekregen van de tabellen van 1955, 1965 en 1968, deze zijn echter maar beperkt gebruikt. Belangrijk hierbij is om een aantal dingen te beseffen:
  1. Onderzoeksmethodes zijn veranderd in de loop der tijd. Verschillende methodes zijn niet altijd met elkaar te vergelijken, beperkte verschillen die tussen de jaren optreden kunnen dus ook aan de methode liggen.
  2. Grote verschillen zijn ook opgetreden door verandering van plantenrassen, veredeling, import van producten van elders etc. Als je puur kijkt vanuit het eten wat op ons bord ligt, maakt dat echter niet zo veel uit: wat belangrijk is om te weten is in hoeverre het eten dat in onze mond gaat, veranderd is in de loop der jaren.
  3. Als je kijkt naar de verschillende NEVO-tabellen lijkt het erop dat bij elke nieuwe uitgave van een beperkt aantal producten het onderzoek naar de samenstelling is herhaald, over de jaren wordt op die manier van bijna alle producten een nieuwe samenstelling bepaald (zoals ook in het WUR rapport is aangegeven). Sommige onderzoeken lijken zelfs nooit te zijn herhaald (bijvoorbeeld wild, zoals konijn of haas). Of en wanneer deze onderzoeken zijn gedaan is niet in de tabel opgenomen en dus ook niet mee te nemen.
  4. Dit betekent echter niet dat er geen grote afnames of toenames zijn te constateren, als het er vroeger wel in zat en nu helemaal meer of andersom, is dat een zeer duidelijke conclusie, waarbij de discussie over de methodiek naar de achtergrond verschuift.

Significaties van de verschillende NEVO tabellen

Voordat er een goede vergelijking kan worden gemaakt, is het ook van belang om te beseffen dat er belangrijke verschillen tussen de gegevenspresentatie van de verschillende tabellen zit. Door de jaren heen is de tabel aangepast, zijn dingen verdwenen (bijvoorbeeld in de jaargangen 1994 en 2004) en toegevoegd (jaargangen 2010 en daarna).
Tegelijkertijd zijn er door de jaren heen bepaalde dingen net iets anders weergegeven die vergelijking lastiger maken. Een belangrijke hierbij is de significatie en de gebruikte eenheid van de verschillende gepresenteerde aspecten van de voedingsmiddelen. Als voorbeeld neem ik de significaties van de vetten, eiwitten en koolhydraten (met uitzondering van de melkproducten, die wel een hogere significantie houden) in de NEVO tabellen door de jaren heen (op basis van bekeken NEVO tabellen in de bibliotheek van de WUR):
  • Uitgaven tot 1975: afgerond op 1 cijfer achter de komma in gram: 0,1 g
  • Uitgave 1978 tot uitgave 1987: afgerond op een halve cijfer achter de komma in gram: 0,5 g
  • Uitgave 1990 tot uitgave 2009: afgerond op een heel cijfer in gram: 1 g
  • Uitgave 2010 en later: afgerond op 1 cijfer achter de komma in gram: 0,1 g
Als bij de gebruikte significantie en eenheid de getallen nog steeds groter zijn van 100 gram is de impact van deze veranderingen niet zo erg. Maar sommige getallen liggen rondom de 0 tot 1 gram, en dan is de significatie juist wel van belang. Zoals verderop in deze blog zichtbaar wordt, laat de vergelijking tussen de getallen van vetten in groenten een duidelijke afname zien, dit zijn echter lage waarden tussen 0 en 1 gram per 100 gram. Vanwege de gehanteerde significaties voor groenten bij de uitgaven van 1979, 1983, 1994 en 2004 vallen de waarden hierbij echter volledig weg, doordat ze worden afgerond (vooral naar 0). Het meenemen van deze jaren in de vergelijking zou dan tot verkeerde conclusies leiden. Daarom zijn deze jaren niet meegenomen.

Hoe is het onderzocht

Om de vergelijking zo goed mogelijk uit te kunnen voeren en gelijke dingen met elkaar te kunnen vergelijken, is daarom 1971 met 2010 vergeleken. In andere jaren is mogelijk wel iets gemeten, maar zijn waarden hier vanwege de gehanteerde significatie weggevallen.
Verder geldt (zoals eerder al aangegeven), dat bij een nieuwe jaargang van een NEVO-tabel niet alle onderzoeken zijn herhaald ten opzichte van de vorige jaargang. Hoe langer de periode tussen de twee te vergelijken jaargangen, hoe groter de kans dat meer onderzoeken zijn herhaald, en hoe beter dus een trend te achterhalen is. Daarom zijn 1971 en 2010 met elkaar vergeleken. Hierbij is alleen gekeken naar de (rauwe, onbewerkte en niet gekookte producten) aardappelen, groenten, fruit, noten en peulvruchten, aangezien hier de minste verwerking bij plaats vindt; hierbij is de kans dus het grootst dat verschillen zijn veroorzaakt door landbouw gerelateerde zaken.
Daarnaast geldt dat alleen de producten en onderzochte parameters die in de 1971 tabel zijn opgenomen zijn vergeleken met de 2010 tabel vergeleken; voor veel parameters die nu beschikbaar zijn, is het dus onmogelijk om dit te vergelijken met gegevens uit het verleden, deze is er namelijk niet. In de 1971 tabel zijn de volgende parameters opgenomen die met de 2010 tabel zijn vergeleken:
  • de hoeveelheid energie
  • het totale eiwitgehalte
  • het totale vetgehalte
  • het totale koolhydraatgehalte
  • de calciumconcentratie
  • de fosforconcentratie
  • de ijzerconcentratie
  • de natriumconcentratie
  • de kaliumconcentratie
  • de beta carotheen concentratie
  • de vitamine B1 concentratie
  • de vitamine B2 concentratie 
  • de nicotinezuur concentratie
  • de vitamine B6 concentratie
  • de vitamine C concentratie
  • het water gehalte
Een belangrijk sporenelement ontbreekt helaas in de lijst van 1971 en is dus ook niet te onderzoeken: zink. Dit is een sporenelement die van belang is voor de afweer tegen virussen en bacterien, en juist kunstmest kan een negatieve impact hebben op de opname van zink (zie voor meer info deze blog over mineralenverhoudingen).
 
In onderstaande resultaten staan bij de verschillende voedingsgroepen tabellen (klik op de tabel voor een grotere versie) met het percentuele verschil tussen de 1971 en 2010 data. Indien de waarde in 1971 nul was, is er geen toename te bepalen (percentage is oneindig) en staat in de cel "W.A.2010": wel aanwezig in 2010.
Alle cellen zijn met een automatische kleuring opgemaakt:
  • > 80% toename: donkergroen
  • 40 - 80% toename: groen
  • 5 - 40% toename: lichtgroen
  • 5% afname tot 5 % toename: geen kleuring
  • 5 - 40 % afname: lichtrood
  • 40 - 80 % afname: oranje
  • meer dan 80% afname: rood
  • wel aanwezig in 2010: groenblauw

De verschillen worden in percentages uitgedrukt om het enigszins overzichtelijk te houden, maar let erop dat dat niets zegt over concentraties in het betreffende product.

Aardappelen

Bij aardappels (3 typen onderzocht) zijn 8 van de 16 meegenomen aspecten niet noemenswaardig verandert. Vetten en vitamine B2 worden niet meer aangetroffen, het natrium gehalte is zeer sterk afgenomen, en calcium en kalium gehaltes zijn behoorlijk sterk afgenomen. Het vitamine B1 gehalte is sterk toegenomen, terwijl vitamine B2 juist sterk is afgenomen, en het vitamine C gehalte lijkt sterk van het ras af te hangen.

Vergelijking van voedingswaarde van aardappelen 1971 - 2010
Vergelijking van voedingswaarde van aardappelen 1971 - 2010

Fruit

Bij fruit kan onderscheid worden gemaakt in drie categorieen, fruit (25), gedroogd fruit (7) en fruit in blik of glas (12). In onderstaande tabel zijn de verschillende typen fruit ook in die drie categorieen opgenomen.
De resultaten zijn niet altijd eenduidig (klik op onderstaande tabel voor een grotere versie). Een aantal dingen vallen op:
  1. Te zien is dat de hoeveelheid energie (eerste kolom) bij het fruit en gedroogd fruit voornamelijk is gestegen, terwijl dit juist bij fruit in blik/pot voornamelijk gedaald is.
  2. Het ijzer gehalte is - op aardbeien op siroop en frambozen na - gelijk gebleven of gedaald,
  3. Het natrium gehalte is voornamelijk gedaald bij puur fruit, en voornamelijk gestegen bij fruit in blik/glas.
  4. Het calcium gehalte van een aantal fruit producten in blik/glas is sterk gestegen, terwijl dit bij de ruwe producten niet of nauwelijks gestegen is.
  5. Het kalium gehalte is behoorlijk veranderd, zowel gestegen als gedaald.
  6. Het betacarotheen gehalte is bij puur fruit zeer sterk gestegen bij cranberries en pruimen in schil, terwijl het bij de rest of niet meer aanwezig is, of is gedaald.
  7. Fruit in blik/glas heeft in 2010 wel vitamine B6 en vitamine C, terwijl dat in 1971 niet aanwezig was.

Vergelijking van voedingswaarde van fruit 1971 - 2010
Vergelijking van voedingswaarde van fruit 1971 - 2010

Groenten

Ook de groenten zijn, net als het fruit opgedeeld in categorieen: groenten en groenten in blik/glas (44 rauwe en 15 in blik/glas) .
Wat opvalt bij de groenten is de redelijke toename in energie (kcal), en de afname van de (vooral onverzadigde) vetten. IJzer en natrium daalt ook bij redelijk wat groenten. Bij niet geconserveerde groenten zijn de vitamines gelijk gebleven of beperkt afgenomen (behalve asperges, paprika en tauge). Verder valt op dat bij de groenten in blik/glas het natrium gehalte en de gehaltes van vitamine B6 en vitamine C zijn toegenomen, terwijl ze in 1971 niet aanwezig waren.

Vergelijking van voedingswaarde van groenten 1971 - 2010
Vergelijking van voedingswaarde van groenten 1971 - 2010

Voor een beter zicht op de daling van het vetgehalte in groenten zijn de werkelijke waarden in gram/100 gram weergegeven in onderstaande grafiek. Deze grafiek geeft alleen de waarden van de ruwe groenten weer, de ingeblikte groentes zijn niet meegenomen. Hierbij zijn de waarden gesorteerd op aflopende concentratie van 1971.
In de grafiek is tevens de data van de meest recente NEVO tabel (2019) opgenomen, om te kijken of er recent nog veranderingen zijn opgetreden.
Zoals ook in de bovenstaande tabel te zien is, is bij een groot aantal groenten de concentratie vetten afgenomen of zelfs verdwenen, en bij een beperkt aantal toegenomen. De concentraties zijn relatief laag (0,1 tot 1 gram per 100 gram groente), maar nog altijd vele malen hoger dan de concentraties van vitamines  (0,01 tot 100 mg per 100 gram groente). De uitgebreide NEVO-tabel van 2019 laat zien dat veel vetten bij groenten onverzadigde vetten zijn.

Vergelijking van vetgehalte van groenten 1971, 2010 en 2019
Vergelijking van vetgehalte van groenten 1971, 2010 en 2019

Opgemerkt wordt dat de gegevens van 1971 vergeleken zijn met de gegevens van 1955, en dat deze allemaal het zelfde waren. Uitzondering hierop waren tauge en chinese kool, die niet in de 1955 tabel zijn opgenomen.

Noten

Bij noten (7 onderzochte noten) zijn de veranderingen die zijn opgetreden relatief beperkt (5 tot 20% verandering). Er zijn wel een aantal duidelijke uitschieters bij bepaalde producten:
  • de toename van vet bij kastanjes,
  • de toename van koolhydraten bij amandelen,
  • de afname van natrium bij pinda's en walnoten,
  • de toename van kalium bij paranoten
  • afname van beta carotheen bij amandelen
  • toename van vitamine B2 bij amandelen
  • toename van nicotinezuur bij cashew noten
  • afname van vitamine C bij walnoten

Vergelijking van voedingswaarde van noten 1971 - 2010
Vergelijking van voedingswaarde van noten 1971 - 2010

Peulvruchten

Bij peulvruchten (6 onderzochte peulvruchten) zijn niet veel grote veranderingen opgetreden. De meeste veranderingen (toename en afname) is bij producten die in blik/glas zitten (witte bonen in tomatensaus en kapucijners), wat waarschijnlijk het gevolg is van veranderde productieprocessen bij het conserveren. 
Verder valt op dat de beta carotheen volledig is verdwenen bij linzen en groene erwten. Tenslotte is te zien dat vitamine B6 (bij witte bonen in tomatensaus en kapucijners) en vitamine C (behalve witte bonen in tomatensaus) in 2010 wel aanwezig zijn en in 1971 niet.

Vergelijking van voedingswaarde van peulvruchten  1971 - 2010
Vergelijking van voedingswaarde van peulvruchten  1971 - 2010

Conclusie

De vergelijking van 119 producten uit de NEVO tabellen van 1971 en 2010 laat zien dat er behoorlijke veranderingen zijn opgetreden vooral bij de samenstelling van aardappelen, fruit en groenten. De samenstelling van noten en peulvruchten is minder veranderd.

Zowel bij aardappels als bij groenten zijn de vetten (wat vooral (de gezonden) onverzadigde vetten zijn) grotendeels verdwenen, het natrium, ijzer totaal en kalium gehalte is (vooral bij groenten) bij vrij veel producten gelijk gebleven of afgenomen. Dit kan mogelijk het gevolg zijn van gebruik van kunstmest (vooral toediening van P kan afname van ijzer en kalium in planten veroorzaken; voor meer hierover verwijs ik naar deze blog waarin ik ben ingegaan op de impact van meststoffen op de opname van andere mineralen in planten).
Bij de groenten zijn er bepaalde producten waar het vitamine C gehalte fors is afgenomen. Belangrijkste toename is het aantal kcal in een zeer groot aantal groenten, fruit producten (behalve fruit conserven), noten en peulvruchten.
Bij alle geconserveerde producten valt op dat vitamine B6 en vitamine C meer aanwezig is (bij groenten, fruit en peulvruchten). Dit is waarschijnlijk het gevolg van verbeterde conserveringsmethoden.

Kortom, als de NEVO tabellen van 1971 en 2010 worden vergeleken is de samenstelling van aardappels, fruit, groenten, noten en peilvruchten behoorlijk veranderd. Dit is een duidelijk andere conclusie dan wat de WUR concludeerde op basis van een snelle analyse van K en Fe gehalten van de NEVO tabellen van 1955 en 2006. De vergelijking van 1971 en  2010 laat hierbij echter zien dat de ijzergehalten bij redelijk wat producten vrij sterk zijn veranderd, en de kalium concentraties vooral bij groenten sterk zijn veranderd. Het is niet duidelijk hoe en waarom de WUR tot deze andere conclusie is gekomen; zonder de tabellen uit 1955 en 2006 in bezit te hebben, is de WUR-conclusie dan ook niet te verifieren. 

Bronnen:

- NEVO tabel 1971
- NEVO tabel 2010
- https://www.iamafoodie.nl/minder-voedingsstoffen-groente-en-fruit-dan-vroeger/
- https://www.flinndal.nl/blog/twee-ons-groenten-en-twee-stuks-fruit
- https://www.der-bewusste-mensch.de/10-gesundheit
- https://www.biorxiv.org/content/10.1101/385864v2.full.pdf
- https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0889157516302113
- https://edepot.wur.nl/32031
- http://www.louisbolk.org/downloads/3494.pdf
- https://www.rli.nl/sites/default/files/advies_de_bodem_bereikt_-_def.pdf
- http://vtvdekrommeelleboog.nl/wp-content/uploads/2020/03/Voedingswaarde-Groenten-en-Fruit-052-055Voedingswaarde.pdf

Geen opmerkingen: