Na een redelijk natte winter 2019/2020 is de maand april van 2020 vrij droog. Dit maakt dat het onderwerp droogte al weer snel om de hoek komt kijken en de vergelijking met 1976 en 2018 al weer wordt getrokken, zoals deze links op de NOS website laten zien: link1, link2 en link3. Tegelijkertijd betekent een droogte in het voorjaar nog geen droge zomer of een jaar wat als droog jaar de geschiedenisboeken in gaat. Om wat meer inzicht te geven in droogte en voorjaarsdroogte is de beschikbare data van het KNMI gebruikt, die hier te vinden is. Hierbij is eerst gekeken naar het jaarlijks optredende neerslagtekort (maat voor droogte) om vervolgens in te zoomen op de voorjaarsdroogte.
De eerste versie is op 19 april 2020 geschreven, op 2 mei 2020 is de data bijgewerkt tot 1 mei.
De eerste versie is op 19 april 2020 geschreven, op 2 mei 2020 is de data bijgewerkt tot 1 mei.
Uitgevoerde analyse
Om meer inzicht te krijgen in hoe de ergste droogtes qua cumulatief neerslagtekort zich hebben gedragen zijn de volgende stappen doorlopen:- Voor elke dag is het neerslagtekort dan wel het neerslagoverschot bepaald, dit is de neerslag min de verdamping. Een positief getal is een neerslagoverschot, een negatief getal is een neerslagtekort.
- Voor elk hydrologisch jaar (begint bij 1 april) is het cumulatieve neerslagtekort uitgerekend (in de zomer is er een tekort, vanwege de verdamping, wat normaal gesproken in de winter wordt aangevuld, waarna je op 1 april weer met een schone lei kunt beginnen)
- Vervolgens is voor elke dag het maximum neerslagtekort bepaald en bepaald in welk jaar dit maximum cumulatief neerslagtekort optrad
- Voor deze jaren is vervolgens bepaald op hoeveel dagen het maximum cumulatief neerslagtekort in dat jaar optrad (zie onderstaande tabel)
- In de grafieken van de meteostations zijn alleen deze jaren weergegeven die op dagbasis minimaal 1 dag het maximum cumulatief neerslagtekort gaven