12 juni 2016

Ons voedsel (12a): veranderde voedingswaarde van ons voedsel

In eerdere blogs heb ik laten zien dat dankzij de Groene Revolutie de voedselproductie een ongekende groei heeft doorgemaakt, niet alleen de granen, ook bij andere voedselgroepen is een sterke groei in opbrengst per ha terug te zien.

Wereldwijde opbrengst per hectare verschillende gewasgroepen
Bron: http://faostat3.fao.org/download/Q/*/E

De Groene Revolutie is mogelijk geweest dankzij schaalvergroting, mechanisatie, veredeling van rassen, maar vooral dankzij de grootschalige toepassing van kunstmest. Hierbij worden voornamelijk die elementen gegeven die de plant het hardst nodig heeft om te groeien: N, P en K. De andere elementen C, H en O worden uit de lucht en de bodem gehaald.

Impact van Groene Revolutie op samenstelling van gewassen

Meer en meer onderzoek (bron 1, bron 2, bron 3, bron 4) laat zien dat de voedingswaarde van ons voedsel aan het afnemen is.
Een vergelijking van 2 studies uit 1963 en 1999 laat zien dat over het algemeen de concentraties van Ca, Mg en K zijn afgenomen bij verschillende groenten en fruitsoorten. 

Product
Ca
[mg/100g]
Mg
[mg/100g]
K
[mg/100g]
% Water
1963 1999 1963 1999 1963 1999 1963 1999
Appel, met schil, rauw 7 7 8 5 110 115 84,8 83,9
Groene & Snij Bonen, rauw 56 37 32 25 243 209 90,1 90,2
Broccoli, rauw 103 48 24 25 382 325 89,1 90,6
Wortels, rauw 37 27 23 15 341 323 88,2 87,7
(ijsberg) Sla, rauw 20 19 11 9 175 158 95,5 95,8
Sinaasappels, rauw 41 40 11 10 200 181 86,0 86,7
Perziken, rauw 9 5 10 7 202 197 89,1 87,6
Erwten, groen, rauw 26 25 35 33 316 244 78,0 78,8
Aardbeien, rauw 21 14 12 10 164 166 89,9 91,5
Tomaten rood 13 5 14 11 244 222 93,5 93,7
bron: http://soils.wisc.edu/facstaff/barak/poster_gallery/minneapolis2000a/

Uitgezet tegen elkaar blijkt dat de verhouding redelijk gelijk is gebleven, zoals hier wordt aangegeven, wat er op duidt dat verdunning optreedt.
In een andere studie door Alex Jack is een soortgelijke studie uitgevoerd, waarbij voedingswaarden van 1963 en 2000 zijn vergeleken. Voor spinazie, mais, bieten en boerenkool laten onderstaande figuren een behoorlijke daling (voor sommige mineralen een stijging) zien in voedingswaarde.

Voedingswaarde spinazie 1963 en 2000
Voedingswaarde van mais in 1963 en 2000
Voedingswaarde van bieten in 1963 en 2000
Voedingswaarde van boerenkool in 1963 en 2000
Bron: http://soilandhealth.org/wp-content/uploads/06clipfile/0601.LEMag/LE%20Magazine,%20March%202001%20-%20Report%20Vegetables%20Without%20Vitamins.htm

Oorzaak van de daling van de voedingswaarde

De vraag is waar deze daling in (gevarieerde) voedingswaarde vandaan komt.
Allereerst treedt er een verdunningseffect op. Als er in de bodem een overmaat aan mineralen van een bepaalde stof (fosfaat of nitraat) beschikbaar is, wordt er daarmee een overmaat van deze stoffen opgenomen. Dit betekent dat als dezelfde hoeveelheid van andere stoffen wordt opgenomen, deze in een lagere concentratie in de (harder groeiende) plant aanwezig zijn. Er treedt dus een verdunning op.

Een tweede reden voor de daling is het veredelingsproces. Studies waarbij oude en nieuwe variëteiten naast elkaar zijn geplant, laten ook een duidelijk verschil in minerale samenstelling van de planten zien (zie ook blog 12b). Bij nieuwe rassen wordt sterk gekeken naar de productie (kg/ha), houdbaarheid en naar de visuele kwaliteit van het product dus hoe groot en hoe recht, mooi en glimmend is de nieuwe soort. Aanwezigheid van nutrienten en vitaminen is iets waar eigenlijk (nog) niet op wordt geselecteerd.

Kortom, ja we hebben veel meer voedsel weten te produceren, maar het heeft mogelijk wel tot gevolg dat steeds meer mensen aan chronische ondervoeding (van bepaalde voedingsstoffen) lijden.

Geen opmerkingen: