11 februari 2021

De mens is een ecosysteem (3): leven we in symbiose met schimmels?

Bacterien, virussen en schimmels hebben lang in het verdomhoekje gezeten, bacterien moesten dood met antibiotica, virussen maken planten en mensen ziek; en schimmels, dat rare spul op het plafond van de badkamer of op planten: weg ermee. Veel onderzoek wat in de afgelopen 20 jaar is uitgevoerd, heeft tot gevolg dat dit beeld aan het draaien is: er zijn inderdaad slechte, maar vooral ook heel veel goede bacterien, virussen en schimmels. Ze allemaal uitschakelen heeft daarmee niet altijd de gewenste positieve gevolgen, maar kan ook zelfs rare negatieve bijeffecten hebben.
Zo werd de bodem gedurende de tweede helft van de 20e eeuw lang gezien als een inert medium waar je met kunstmest je gewassen op moest laten groeien, alle bodemleven met pesticiden doden en alles wat er naast het gewas groeide uitroeien. Maar het blijkt dat een theelepel gezonde bodem zo'n 100 miljoen tot 1 miljard bacterien kan bevatten die de planten kunnen melken om hun nutrienten te krijgen en enkele tientallen tot honderden meters schimmeldraden (het wood wide web), die heel nuttige dingen blijken te doen voor de planten die in deze bodem groeien. Er zit dus heel veel goed en nuttig leven in die bodem. En met het gebruik van pesticiden en kunstmest blijkt dit bodemleven er steeds slechter aan toe te zijn.
Maar hoe zit dat bij de mens? Leven er bij de mens ook bacterien, virussen en schimmels? En zijn deze ook goed voor ons? En worden die ook beinvloed door antibiotica en andere medicijnen?
Daar gaat deze serie blogs over: in de bodem bestaat het bodemvoedselweb, is er iets vergelijkbaars te vinden bij de mens? Deze serie over het ecosysteem in de mens bestaat uit 3 blogs:
1. Het microbioom: we leven in symbiose met bacterien.
2. Het viroom: we leven in symbiose met virussen.
3. Het mycobioom: leven we ook in symbiose met schimmels?

In deze derde blog gaat het over de schimmels die in en om ons lichaam leven. 

Schimmels

Schimmels zijn een- of meercellige organismen die onderdeel uitmaken van het domein eukaryoten waar ook planten, dieren en mensen onderdeel van uit maken. Schimmels bestaan al heel lang: in zuid Afrika zijn in vulkanische gesteenten 2,4 miljard jaar oude schimmels gevonden.
Geschat wordt dat er 1,5 tot 6 miljoen schimmelsoorten zijn op onze planeet. Hiervan zijn ongeveer 75.000 schimmels geidentificeerd middels officiele naamgeving. 
De schimmelwetenschap is een zeer jonge wetenschap. De schimmels die in en om ons lichaam leven (ons mycobioom) is een zeer beperkt onderzocht vakgebied zeker ten opzichte van de bacterien en virussen in ons lichaam. Het is echter sterk in opkomst: onderstaande figuur laat het aantal publicaties over het mycobioom zien, te zien is dat vanaf 2003 het aantal publicaties sterk aan het toenemen is. 

Bron: https://academic.oup.com/femsre/article/41/4/479/3738183

Geschat wordt dat er meer dan 100 keer zo weinig schimmelcellen in ons lichaam zijn als bacterien (bron), dit komt neer op ca 1 schimmelcel per 130 of meer menselijke cellen. Het wordt dan ook wel geschaard onder de "zeldzame biosfeer" (rare biosphere).
Dat schimmels iets positiefs kunnen bijdragen weten we sinds de uitvinding van penicilline: schimmels kunnen bacterien uitschakelen. De vraag is alleen in hoeverre de schimmels die in ons lichaam voorkomen een symbiotische relatie hebben met de mens. Het meeste onderzoek tot nog toe is vooral gefocust op de negatieve kanten van de schimmels - de ziektes die schimmels kunnen veroorzaken - en veel minder op de positieve kanten rondom mogelijke symbiose tussen schimmel en de mens.

Ondanks dat heeft de relatief beperkte hoeveelheid onderzoek tot nog toe, een aantal dingen laten zien:
1. Er komen veel verschillende schimmelsoorten in ons lichaam voor, maar het zijn allemaal relatief beperkte aantallen. Zodra het ecosysteem uit balans raak, bijvoorbeeld als gevolg van generieke antibiotica waardoor de bacterie populatie verzwakt, kunnen schimmels echter hun kans grijpen met vaak (zeer) negatieve gevolgen voor de gezondheid (zie bijvoorbeeld deze studie en verderop in de blog).
2. Er is op dit moment nog zeer weinig bekend over schimmels die in symbiose met de mens leven. Een duidelijk voorbeeld van een schimmel die in symbiose leeft is de schimmel: Saccharomyces cerevisiae var. boulardii (bron). Dit is een gist schimmel die probiotische eigenschappen heeft en kan worden gebruikt tegen buikgriep. Tegelijkertijd geldt voor deze schimmel, dat deze in de juiste omgeving moet leven: als deze schimmel bijvoorbeeld in de bloedbaan komt, kan hij allerlei negatieve effecten hebben (bron). Maar, de opmerking dat dat wat leeft in ons lichaam in toom moet worden gehouden (zie voor deze opmerking dit artikel), geldt voor alles waar we in symbiose mee leven. Bij bacterien in onze darmen wordt dit ook veelvuldig aangetroffen bijvoorbeeld in onze darmen; hierbij zijn het de virussen (de bacteriofagen) die de bacterien in toom houden en voorkomen dat ze door de darmwand heen gaan (om daar allerlei ziekten te veroorzaken). In die zin is die opmerking in het wetenschappelijke artikel dus een beetje een dooddoener.
3. Daarnaast is wel duidelijk dat schimmels (vooral de gistschimmels) op heel veel verschillende manieren invloed kunnen uitoefenen en daarmee het andere cellen (bacterien of andere schimmels) moeilijk maken (zie onderstaande afbeelding, bron):
- A: competitie over voedingsstoffen
- B: Verandering van de PH
- C: Productie van grote hoeveelheden ethanol
- D: Productie van gifstoffen
- E: Veroorzaken van lekkage van ionen door de celwanden
- F: Remmen van de synthese van celwandcomponent β-1,3-glucaan
- G: Onderbreken van de celdeling door de DNA-synthese te blokkeren
- H: Afbreken van bacteriële toxinen
- I: Stimuleren van de immuunrespons
- J: Remmen van hechting van bacterien aan darmcellen

Bron: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3525881/

Een belangrijke kanttekening bij het schimmelonderzoek, is dat het type onderzoek de resultaten beinvloed (iets soortgelijks is ook beschreven in de blog over virussen). Oude onderzoeken namen een monster en kweekten dit op om te kijken wat er aan schimmels werd gevonden (culture dependent). Een groot deel van de schimmels blijkt niet (goed) te kunnen worden gevonden bij opkweek proeven in een laboratorium, terwijl ze wel aanwezig kunnen zijn. Dit leidt soms tot grote verschillen tussen studies. 
Onderstaande figuur laat dit verschil duidelijk zien voor schimmels in de darmen: in de rode cirkel zijn de schimmels benoemd die gevonden zijn bij opkweek onderzoek, in de blauwe cirkel zijn de schimmels benoemd die in andere typen onderzoek zijn gevonden (met een beperkte groep die in beide typen onderzoek is gevonden). 
Mogelijk dat in de toekomst door ander typen onderzoek, dus nog een hele hoop andere schimmels worden geidentificeerd.

Bron: https://academic.oup.com/femsre/article/41/4/479/3738183
 
Op vier groepen schimmels wordt hierna dieper ingegaan: die op de huid, in de mond, in de longen en in de darmen.

Schimmels op de huid

Een onderzoek naar wat er leeft op de huid laat zien dat bij een onderverdeling naar de domeinen het meeste van wat op de huid leeft bacterien zijn, virussen zijn de tweede groep en eukaryoten (waar de schimmels toe behoren) zijn de beperktste groep, wat onderstreept dat ook op de huid de schimmels tot de "zeldzame biosfeer" behoren.
Als gekeken wordt naar de schimmels op de huid, dan komen de meeste schimmels voor op de meer olieachtige huid (bijvoorbeeld het voorhoofd) en minder op de droge en vochtige huid.
De diversiteit daarentegen is op het voorhoofd heel beperkt en blijkt bijna geheel te bestaan uit de soort Malassezia. Deze soort heeft vet nodig om te groeien. Bij de elleboog, waar de huid vochtig is, zitten weliswaar minder schimmels, maar is sprake van een beperkte variatie in schimmels op de huid. Bij de huid van de tenen, waar schimmels in zeer beperkte aantallen aanwezig zijn, is de variatie aan soorten echter wel heel groot.

Bron: https://www.nature.com/articles/nrmicro.2017.157

Deze studie heeft ook naar de schimmelpopulatie op de huid gekeken van 8 personen (4 vrouwen en 4 mannen), de locaties waar gekeken is zijn voorhoofd, onderarm, achter het oor, binnenkant van de elleboog, been en oksel. Hierbij was minimaal 70% van de schimmels op de huid afkomstig van de soort Malassezia. Deze schimmel is betrokken bij allerlei huid aandoeningen (bijvoorbeeld roos en eczeem); of dit komt omdat deze te veel of te weinig aanwezig is als een huidaandoening ontstaat, is niet geheel duidelijk.
Een tweede groep schimmels die op de huid voorkomt is de schimmel van het geslacht Candida, een schimmel die allerlei infecties kan veroorzaken (zie verderop in deze blog). In deze studie is gekeken naar de handen van ziekenhuismedewerkers. Ondanks desinfectie van de handen blijken hierop toch nog steeds veel schimmels van het geslacht Candida voor te komen, wat juist in het ziekenhuis niet gewenst is.
 

Schimmels in de mond

Een uitgebreide studie naar het mycobioom in de mond is gepubliceerd in deze studie. Hierbij is het mycobioom van de mond van 20 individuen bepaald. Een duidelijke conclusie van dit onderzoek is dat het mycobioom bij deze 20 individuen zeer verschillend was, (varierend van 3 tot 16 schimmelgeslachten), en dat er geen heel duidelijk patroon uit te halen was (te beperkte steekproef??), het meest aangetroffen schimmelgeslacht is de Candida schimmel (aangetroffen bij 15 van de 20 individuen). Interessant is verder dat in het onderzoek ruim 60 schimmelgeslachten aangetroffen zijn die afkomstig zijn uit het milieu, waarschijnlijk door inademing of door consumptie. Wat je eet en waar je bent bepaald dus ook het ecosysteem in je mond.
 
Bron: https://journals.plos.org/plospathogens/article?id=10.1371/journal.ppat.1000713

Longen

In de lucht zitten in tijden van hoge activiteit van schimmels meer dan 50.000 sporen per m3. Als we inademen komen (een deel van) deze sporen via onze mond of neus ook in onze longen terecht.
Onderstaande figuren (afkomstig van deze studie uit 2015) laten de schimmels zien die zijn aangetroffen in 3 groepen onderzochte personen:
1. Gezonde personen (Healthy in eerste figuur, buitenste cirkel in tweede figuur)
2. Patienten met taaislijmziekte (CF in eerste figuur, middelste cirkel in tweede figuur) 
3. Astma patienten (Asthma in eerste figuur, binnenste cirkel in tweede figuur)
 
De eerste figuur laat zien welke schimmelsoorten er bij de drie groepen patienten zijn aangetroffen en hoe deze overlappen tussen de verschillende groepen. Wat opvalt is dat er inderdaad elke groep een andere signatuur heeft van schimmelsoorten die voorkomen en dat maar 2 groepen schimmels bij alle drie de groepen voorkomen.
Alle in zwart aangegeven schimmels zijn afkomstig uit het milieu, niet alleen in de mond, maar dus ook in de longen worden veel schimmels uit onze omgeving aangetroffen. De in rood aangegeven schimmels kunnen betrokken zijn bij ziekten.
 
Bron: https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fmicb.2015.00089/full

De tweede figuur laat de relatieve soortenrijkdom (%) zien per klasse, waarbij dus niet het aantal soorten, maar het relatieve aantal schimmels op klasse niveau wordt vergeleken. Wat vooral opvalt is dat het aantal schimmels wat voorkomt totaal verschillend is per onderzochte groep. Alleen de buitenste en middelste cirkel hebben een klasse die bij beide groepen in grote getale voorkomt: de Saccharomycetes, waar onder andere ook de gist schimmel Candida, maar ook de schimmelsoorten Eremothecium en de Meyerozima (die veel in de longen voorkomen).

Bron: https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fmicb.2015.00089/full

Kortom, een duidelijke relatie tussen gezondheid en het mycobioom in de longen. De vraag is alleen wel wat hierbij de bepalende factor is, mede gezien het feit dat de blijkt dat er een beinvloeding is te vanuit het micro- en mycobioom in de darmen naar het micro- en mycobioom in de longen (bron).

Darmen

Een studie uit 2017 heeft een overzicht gegeven van het mycobioom wat aangetroffen is in de darmen. Onderstaande figuur laat de aangetroffen schimmels links op genus niveau en rechts op soorten niveau zien, die in de literatuur zijn teruggevonden. Hierbij is de grote groene taartpunt de vergaarbak van alle schimmels die op genus niveau of op soorten niveau 1 keer zijn gemeld in de literatuur, de roze punt zijn de schimmels die 2 keer zijn gemeld in de literatuur.
De figuur laat duidelijk zien dat er een zeer grote diversiteit is van schimmels die in de darmen leven.


Bron: https://academic.oup.com/femsre/article/41/4/479/3738183

De grote vraag is echter, in hoeverre je met bovenstaande figuur iets kan. Als ons eten bepaald welke schimmels er leven, dan moet je niet alles op een hoop gooien om te laten zien welke schimmels zoal zijn aangetroffen. Aan de andere kant, als de wetenschap nog in de kinderschoenen staat is dit een goed overzicht om te laten zien hoe gevarieerd het systeem kan zijn, zodat je je daar in vervolg onderzoek op kunt voorbereiden. 
Een studie uit 2020 sluit mooi aan bij deze variatie en begint links te leggen tussen het voorkomen van verschillende schimmelsoorten. Er is gekeken naar het mycobioom in de darmen bij bevolking in stedelijk en landelijk gebied in Zuid Afrika. Hierbij is bij 95 personen (50 afkomstig van stedelijk gebied en 45 van landelijk gebied) het mycobioom in de uitwerpselen bepaald. Onderstaande figuur laat de schimmels van ruraal en stedelijk zien, links op niveau van stam (Phylum of division) en rechts op het niveau van klasse (class) - dus op een vrij hoog geaggregeerd niveau - maar vooral bij het klasse niveau zijn duidelijke verschillen te zien tussen het mycobioom van de rurale en de stedelijke proefpersonen.
 
Bron: https://bmcmicrobiol.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12866-020-01907-3

Een vervolg stap die is genomen is een correlatie te leggen tussen het voorkomen van de verschillende schimmels, om te kijken in hoeverre bepaalde schimmels samen voorkomen. Opgemerkt is dat hierbij 40 soorten zijn genomen, waarbij hier 55% van de soorten zowel bij de rurale groep (a, links) als bij de stedelijke groep (b, rechts) voorkomt, 45% van de schimmelsoorten is dus verschillend.
Opvallend hierbij is dat de positieve en negatieve correlatie bij beide groepen behoorlijk verschillend is: de schimmelsoorten die bij de rurale groep een hoge (positieve of negatieve) correlatie hebben, zijn totaal anders dan de schimmelsoorten die bij de stedelijke groep een hoge (positieve of negatieve) correlatie hebben.

Bron: https://bmcmicrobiol.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12866-020-01907-3

Een interessante conclusie uit deze studie is ook dat blijkt dat roken, de wijze waarop de persoon is geboren (keizersnee of natuurlijke bevalling) en borstvoeding een significante invloed blijken te hebben op het mycobioom in de darmen. Oftewel niet alleen wat je eet en doet, maar ook hoe je systeem in je eerste levensjaar is vormgegeven bepaald hoe je mycobioom in je darmen er voor de rest van je leven uitziet.

Het grote plaatje bij gezonde en ongezonde personen

Twee interessante studies laten het overzicht zien van het mycobioom in de mens voor zover bekend op dit moment: studie 1 uit 2014 en studie 2 uit 2017, hierbij zijn bij beiden op basis van literatuur de beelden van het mycobioom op verschillende plekken van het lichaam weergegeven.
De studie uit 2017 gaat verder met de data van 2014 en vergelijkt hierbij het mycobioom van gezonde personen met het mycobioom op die plek als deze in onbalans is (bijvoorbeeld door gebruik van antibiotica, een wond of een andere beschadiging etc). Onderstaande afbeelding laat dit beeld zien voor een 6-tal locaties in en op het lichaam. Te zien is dat bij een onbalans het mycobioom sterk verandert, bepaalde schimmels eigenlijk helemaal verdwijnen en dat hierbij vooral de Candida schimmels (het rode vlakje in de rechter taartdiagrammen) toenemen en schade gaan aanrichten. 
Dit laat duidelijk zien dat het een ecosysteem is, het verdwijnen van een onderdeel (bijvoorbeeld bepaalde bacterien) in het lichaamsweb maakt dat de ene schimmel verdwijnt en de andere juist kansen ziet om zich uit te breiden.

Bron: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5724762/ (2017)

Kunnen we misschien gebruikmaken van schimmels?

Hoewel er nog niet heel goed is ontdekt hoe de mens in symbiose leeft met schimmels, is er een hypothese die, als deze waar blijkt te zijn, laat zien dat de mens op een hele andere manier heel veel aan de schimmels te danken heeft en nog heel veel aan schimmels kan hebben.
Deze hypothese is de zogeheten "Stoned Ape hypothese". Met deze hypothese kan worden verklaard hoe de mensachtigen in een relatief korte tijd een enorme sprong in bewustwording heeft doorgemaakt: dankzij het eten van de paddenstoel Psilocybe cubensis. Deze psychedelische paddenstoel groeit goed op poep van dieren die in de savanne leven, en de rondtrekkende mensachtigen zouden deze paddenstoelen hebben gegeten en hiermee in 200.000 jaar hun hersenvolume hebben verdubbelt en daarmee uiteindelijk ook bewustwording hebben gekregen. Het is een zeer ter discussie staande hypothese (beluister ook dit interview met verschillende onderzoekers), maar wel een hypothese die verwoord dat psychedelische paddenstoelen wel degelijk invloed kunnen hebben op ons lijf. Stotteren blijkt bijvoorbeeld te stoppen tijdens het gebruiken van deze paddenstoelen en Paul Stamets beweert zelfs dat zijn stotteren is verdwenen dankzij een overdosis van deze paddenstoel. Een behandeling met deze paddenstoel bij psychiatrische patienten wordt nu in meerdere onderzoeken bekeken.
Ook andere paddenstoelen blijken mogelijk een interessante werking op ons lijf blijken te hebben (zie bijvoorbeeld het werk van MAPS), twee voorbeelden:
- De pruikzwam (lion's mane mushroom) lijkt onder andere neuronen te kunnen helpen herstellen (zie deze artikelen 1, 2, 3 en 4), andere effecten zijn hier beschreven.
- De turkey tail mushroom kan ons immuun systeem versterken en daarmee allerlei ziektes (onder andere kanker) verslaan (zie ook dit artikel en deze waanzinnig interessante video van Mycelium expert Paul Stamets).
Paul Stamets, die een zeer belangrijke voorvechter is voor het medicinale gebruik van schimmels en paddenstoelen, heeft een bedrijf hiervoor opgericht (fungi perfecti), waarbij hij allerlei schimmels met medicinale werking opkweekt en verkoopt (zie ook deze website).
Doordat het onderzoek naar schimmels en paddenstoelen een enorme vlucht aan het nemen is, zijn er ook steeds meer mensen die hier de potentie van inzien. Paul Stamets is hierbij een zeer belangrijke voorvechter, maar anderen volgen, bijvoorbeeld Peter McCoy (Radical Mycology) en Tradd Cotter (Mushroom mountain).
Naast medicinaal gebruik is er ook nog zoiets als microdosing. Hierbij worden hele lage doseringen gebruikt, bijvoorbeeld van de eerder genoemde Psilocybe, om een heel beperkt stimulerend effect te krijgen (zie bijvoorbeeld microdosing.nl), zodat je meer in de flow komt/blijft of creatiever en gezelliger wordt. Dit blijkt in Nederland in opkomst te zijn (zie dit NRC artikel). De wetenschap is er echter nog niet over uit of dit nou wel zo verstandig is (zie dit artikel).
Een aanrader om meer te weten te komen over de invloed van schimmels op ons lichaam en hoe de medische wetenschap meer en meer schimmels gaat gebruiken, is de film Fantastic Fungi.

Conclusie

Schimmels zijn organismen die al heel lang bestaan en ze worden overal gevonden. De wetenschap van de schimmels, de mycologie, is echter een zeer jonge wetenschap. 
In en op de mens leven ook vele schimmels, de schatting is dat er 1 schimmelcel per meer dan 130 menselijke cellen in en op ons lichaam leeft. Bacterien en virussen leven in veel grotere getale in en op ons, de schimmels maken dan ook onderdeel uit van de zeldzame biosfeer. 
Het onderzoek naar schimmels heeft zich lange tijd vooral gefocust op de ziekten die schimmels kunnen veroorzaken. Of de mens ook duidelijk in symbiose leeft met schimmels is op dit moment nog niet gevonden, van 1 schimmelsoort is bekend dat het in symbiose leeft. Wel is duidelijk dat ze zich overal in ons lijf bevinden, op onze huid, in onze mond, in de longen en in onze darmen. Het mycobioom in onze darmen wordt niet alleen gevormd door wat we eten en of we roken, het blijkt zelfs dat de wijze waarop de persoon is geboren (keizersnee of natuurlijke bevalling) en borstvoeding een significante invloed hebben op het mycobioom in de darmen.
Omdat ons hele microbioom een ecosysteem is, kan het systeem ook sterk uit balans raken, bijvoorbeeld door gebruik van antibiotica, waardoor ook de schimmelpopulatie sterk verandert, met alle mogelijke (negatieve) gevolgen van dien. 
Een heel andere benadering rondom symbiose met schimmels is de mate waarin ze ons beinvloeden als we paddenstoelen eten. Hier blijkt een enorm nieuw medisch onderzoeksveld te groeien, met enorme mogelijkheden. Zo zijn er psychedelische paddenstoelen kunnen helpen tegen depressie, andere paddenstoelen kunnen neuronen helpen te herstellen en weer andere paddenstoelen versterken ons immuunsysteem, kortom: een enorme nieuwe wereld van medische mogelijkheden lijkt zich te openen, die het onderzoeken waard is.

Bronnen:

- https://jcm.asm.org/content/jcm/48/10/3575.full.pdf
- https://bigthink.com/mind-brain/stoned-ape-return
- https://bmcmicrobiol.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12866-020-01907-3
- https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fmicb.2012.00421/full
- https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fmicb.2015.00089/full
- https://fungi.com/
- https://www.healthline.com/nutrition/lions-mane-mushroom
- https://www.healthline.com/nutrition/turkey-tail-mushroom
- https://hostdefense.com/
- https://courses.lumenlearning.com/boundless-biology/chapter/importance-of-fungi-in-human-life/
- https://maps.org/
- https://mushroommountain.com/
- https://www.nationalgeographic.com/science/phenomena/2013/05/22/getting-to-know-your-inner-mushroom/
- https://www.nature.com/articles/nrmicro.2017.157
- https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC262466/
- https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3449638/
- https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3525881/
- https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3708484/
- https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4332855/
- https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4415746/
- https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5724762/
- https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/12675022/
- https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26853959/
- https://www.npr.org/sections/health-shots/2016/04/16/474375734/the-human-body-s-complicated-relationship-with-fungus?t=1612615190034
- https://www.nrc.nl/nieuws/2021/02/03/creatiever-op-kantoor-door-truffels-a4030445?
- https://academic.oup.com/femsre/article/41/4/479/3738183
- https://academic.oup.com/femsre/article-pdf/41/4/479/18474875/fuw047.pdf
- https://journals.plos.org/plospathogens/article?id=10.1371/journal.ppat.1000713
- https://www.radicalmycology.com/
- https://www.researchgate.net/publication/23311354_Surveillance_of_nosocomial_infections_A_preliminary_study_on_yeast_carriage_on_hands_of_healthcare_workers
- https://www.sciencedirect.com/topics/medicine-and-dentistry/malassezia
- https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1369527416301813
- https://www.standaard.be/cnt/dmf20210301_98187997
- http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/62-2020-8-artikel-kuypers.pdf
- https://www.ukessays.com/essays/biology/fungi-positive-beneficial-effects-on-host-biology-essay.php
- https://en.wikipedia.org/wiki/Candida_(fungus)
- https://en.wikipedia.org/wiki/Fantastic_Fungi
- https://en.wikipedia.org/wiki/Hericium_erinaceus
- https://en.wikipedia.org/wiki/Malassezia
- https://en.wikipedia.org/wiki/Psilocybe_cubensis
- https://en.wikipedia.org/wiki/Psychedelic_microdosing
- https://en.wikipedia.org/wiki/Trametes_versicolor
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Bacteriofaag
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Buikgriep
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Domein_(biologie)
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Eukaryoten
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Klasse_(biologie)
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Schimmels
- https://www.youtube.com/watch?v=7agK0nkiZpA
- https://www.youtube.com/watch?v=ZnEKoFrx1rI
 

Geen opmerkingen: