23 juni 2022

Ons voedsel (26a): zuivel productie en consumptie

De mensen (van ver) boven de 40 kennen de melk slogans misschien nog wel: "Melk is goed voor elk" of "melk de witte motor" (zie deze promotiefilm uit 1941, of beluister deze promotiemuziek uit 1962). Slogans van vroeger om Nederlanders aan de melk te krijgen, omdat Nederland een melkberg en boterberg had. En melk kan daarbij een bron zijn van allerlei voedingsstoffen, zoals: calcium, verschillende eiwiten, (on)gezonde vetten, bepaalde koolhydraten, fosfor, vitamine A, vitamine D, riboflavine (B2), niacine (B3), pantotheenzuur (B5) en cobalamine (B12).
De laatste tijd verschijnen er echter steeds meer berichten dat melk lang niet altijd goede invloed heeft, en dat melk misschien wel beter melk de witte sloper zou moeten heten. De vraag is echter wie er gelijk heeft, de promotieteams uit de jaren 40 tot 80, de critici van nu, of misschien wel beiden?
Als melk slecht is, voor wie is de melk dan eigenlijk slecht? En was deze dan altijd al slecht? Of is melk van nu eigenlijk niet meer te vergelijken met de melk uit de jaren 60? Want tussen 1960 en 2021 zijn er wel een aantal dingen structureel veranderd:
  1. De verwerking: Melk is een vloeistof die ooit ver voordat de consument het koopt door een koe wordt geproduceerd. In de fabriek gebeurt er tegenwoordig echter zoveel mee dat melk in 2021, maar zelfs al in 2010, heel wat anders is en was dan melk in de jaren 60 (zie bijvoorbeeld de keuringsdienst van waarde uitzending over melk uit 2010 - deel 1 en deel 2), zie ook deze Fryslan dok, "Melk, de witte sluier"
  2. De koe: De koeien zijn de afgelopen 50 tot 70 jaar sterk doorgefokt, zodat ze meer (en daardoor ook andere?) melk geven. Bij de zeer hoogwaardige koeien is juiste voeding cruciaal om maximale hoeveelheid (melk)eiwitten te krijgen.
  3. Het voer: wat de koeien eten is in de afgelopen 50 tot 70 jaar ook zeer sterk verandert, wat een zeer grote invloed heeft op de samenstelling (en daarmee de gezondheidswaarde) van de melk.
  4. De prijsprikkel: De samenstelling van de melk bepaalt de prijs die de boer krijgt, en de prijsprikkel ligt sterk op de maximale hoeveelheid eiwitten. In juli 2020 lag de verhouding voor hoe er voor de melk betaald werd bij een aantal boeren als volgt:
    • Bij Friesland Campina was de verhouding voor de betaalde melkprijs: eiwit 10, vet 5, lactose 1
    • Bij Ekoholland was de verhouding: eiwit 5, vet 4.
    • Bij leerdammer, een 100% kaasfabrikant was de verhouding eiwitprijs 6,35; vet 2,75; en een negatieve grondprijs van 5,11. Dat laatste als is een manier om vooral inhoudsstoffen te belonen en niet de liters melk.
Daarom een duik in het diepe van de zuivel, lactose, de samenstelling van melk en meer aspecten die hiermee samenhangen.
In de eerste blog in deze reeks het grote plaatje: de zuivel productie en consumptie, import en export wereldwijd. Heel veel plaatjes om helder te krijgen waar de zuivel vandaan komt en naartoe gaat - realiseer wel dat de schaal van de verschillende plaatjes anders is.
Deze eerste blog is dus meer een naslagwerk, dan een blog voor iedereen.

Wereldwijde zuivel productie

De zuivel productie tussen 1961 en 2018 is wereldwijd zeer sterk gestegen van 344.184.775 ton in 1961 naar 841.841.289 ton in 2018, wat neer komt op een gemiddelde groei van 1,6% per jaar over de periode van 57 jaar. Onderstaande infographic van ourworldindata geeft aan hoe zich dat per land heeft ontwikkeld. Opgemerkt wordt dat voor de landen die van naam verandert zijn of zijn gesplitst, er NoData voor de oude versie van het land is: zo zijn de USSR gegevens zijn opgenomen in de database, maar omdat de USSR is opgesplitst in meerdere nieuwe landen, en de nieuwe landen alleen worden weergegeven, wordt er dus een NoData weergegeven voor 1990.


De 5 grootste producenten (in ton per jaar) waren in 1961
  • de Verenigde Staten (57.019.696), 
  • Duitsland (25.253.400), 
  • India (20.375.000), 
  • Frankrijk (19.406.896), 
  • Polen (12.778.397).
In 2015 waren de 5 grootste producenten:
  • India (137.899.600),
  • de Verenigde Staten (91.310.576),
  • China (40.244.405),
  • Pakistan (39.105.000),
  • Brazilie (34.528.921),
Waar in 1961 het merendeel van de zuivel dus in westerse landen werd geproduceerd, is de zuivel productie tussen 1961 en 2013 vooral zeer sterk gegroeid in de rest van de wereld: de zuivel productie steeg bijvoorbeeld met 2000% in China), en ruim 500% in India, Pakistan en Brazilie. In een deel van de westerse wereld (vooral de Scandinavische landen) is de productie vooral afgenomen (zoals onderstaande 3 afbeeldingen laten zien).




Zuivel productie per hoofd van de bevolking

In de jaren 60 was zuivel een product wat per hoofd van de bevolking voornamelijk in de westerse wereld werd geproduceerd, en in wat minder mate in de aride gebieden van zuidelijk Afrika, noordelijk Afrika en het Midden Oosten (in aride gebieden groeien vooral grassen die begraasd moeten worden om gezond te blijven).


In 2013 is de productie per hoofd van de bevolking in grote delen van de Sahel en zuidelijk Azie sterk gestegen ten opzichte van 1961, maar nog steeds is de productie per hoofd van de bevolking in de westerse wereld en in de aride graas gebieden het grootst.


De landen waar de productie de grootste percentuele stijging (van de productie in kg/persoon, oftewel met een verdiscontering van de bevolkingsgroei) heeft doorgemaakt zijn vooral te vinden in oost en zuidoost azie (Thailand, de Korea's, Taiwan, Vietnam, Laos en China) met stijgingen tussen 1961 en 2013 van 700 tot 22.000%.  In absolute aantallen zijn deze toenamen echter beperkt, omdat de zuivelproductie per hoofd van de bevolking zeer klein was.
Ook in de Sahel is de productie duidelijk toegenomen. Daarentegen is de productie per hoofd van de bevolking in meeste westerse landen, maar ook in het Midden Oosten, juist afgenomen.


De grootste productiestijging in kg/persoon tussen 1961 en 2013 hebben plaatsgevonden in Costa Rica, Nederland, Botswana, Cyprus, Portugal en Brazilie met stijgingen tussen de 100 en 200 kg/persoon, in Albanie (290 kg/persoon), Ierland en Uruguay met rond de 350 kg/persoon en Nieuw Zeeland met ruim 2100 kg/persoon).


De wereldwijde zuivel productie en consumptie per hoofd van de bevolking

Naast de zuivelproductie is ook de wereldbevolking tussen 1961 en 2018 sterk gestegen van 3.087.450.995 mensen in 1961 naar 7.622.673.496 mensen in 2018. Deze stijging van zowel de wereldbevolking als de zuivelproductie maakt dat de jaarlijkse wereldwijde zuivelproductie per hoofd van de bevolking - behalve de dip die vanaf de jaren 90 is opgetreden, onder andere door het ineenstorten van de economie in de communistische landen - tussen 1960 en 2015 op hetzelfde niveau gebleven (ca 110 kg/persoon). De consumptie van zuivel lijkt echter wel gestegen te zijn vanaf de jaren 90 (van 75 naar 90 kg/persoon).

Bron: https://ourworldindata.org/

Zuivel consumptie per hoofd van de bevolking

De grootste zuivel consumptie vond in de jaren 60 plaats waar ook de productie was: vooral in de westerse landen en in de aride gebieden die begraast worden met dieren die melk geven. Consumptie lag in 1961 in de westerse landen boven de 200 kg per jaar, en in IJsland, Zwitserland en Finland zelfs boven de 300 kg per jaar.


In 2013 bevinden grootste zuivel consumenten zich in Finland, Nederland, Zweden, Zwitserland en Albanie met een consumptie in 2013 van meer dan 300 kg zuivelproducten per jaar. Opvallend is dat de zuivel consumptie in IJsland is met ruim 40% afgenomen tot 225 kg/jaar.


Grote percentuele stijgers tussen 1961 en 2013 bevinden zich in Oost en Zuidoost Azie - China, Taiwan, de Korea's, Vietnam, Indonesie en Hongkong hebben een stijging van meer dan 300% waarbij de consumptie in 2013 in deze landen is gestegen tot ca. 10 tot 40 kg per jaar.


Grootste absolute stijgers tussen 1961 en 2013 bevinden zich in Zuid Europa - Albanie, Griekenland, Portugal, Roemenie en Italie hebben een stijging in zuivelconsumptie van meer dan 100 kg per jaar. De grootste absolute dalers zijn Canada (-64 kg), Nieuw Zeeland (-48 kg) en Irak (-43 kg). Opvallend is dat de consumptie in Nieuw Zeeland dus sterk is gedaald, terwijl de productie sterk is gestegen.


In Nederland zijn de getallen anders dan de wereldgemiddelden: de consumptie van zuivelproducten ligt hier al jaren op ongeveer 350 kg/persoon/jaar, dus ongeveer 1 kg per dag, terwijl de productie grosso modo het dubbele is, in bepaalde perioden zelfs meer. Want Nederland produceert melk voor export van zuivelproducten, bijvoorbeeld kaas voor de Duitse markt.

Bron: https://ourworldindata.org/

Import en export

Met inzicht in consumptie per hoofd van de bevolking en productie per hoofd van de bevolking kan ook worden gekeken naar of er een tekort (en dus netto import) dan wel een overschot (netto export) van zuivel producten plaatsvindt. In onderstaande afbeelding is dit weergegeven. Hierbij is de netto import dan wel de netto export in zowel 1961 als 2013 weergegeven:
  • Een gesloten rondje is export in 1961 en 2013
  • Een half rondje (linker helft) is export in 1961 en import in 2013
  • Een half rondje (rechter helft) is import in 1961 en export in 2013
  • Een verticaal balkje is import in 1961 en 2013
In de figuur komt duidelijk naar voren waar de meeste overproductie plaats vindt: in het noordelijke deel van Europa, Noord en Zuid Amerika (niet midden Amerika), het Indiaas subcontinent, zuidelijk en oostelijk Afrika, Australie en Nieuw Zeeland.
De Sahel, zuidelijk Azie en Latijns Amerika zijn sterk afhankelijk van de import.


Conclusie

Wereldwijd wordt heel veel melk geproduceerd, welke worden verwerkt tot een grote variatie van zuivelproducten. De zuivel productie tussen 1961 en 2018 is wereldwijd gestegen van 344.184.775 ton in 1961 naar 841.841.289 ton in 2018, een ruime verdubbeling over een periode van 57 jaar. De wereldbevolking is in die periode gestegen van 3.087.450.995 mensen in 1961 naar 7.622.673.496 mensen in 2018. De productie van zuivel per hoofd van de bevolking is daardoor vrijwel gelijk gebleven op ongeveer 110 kg/persoon/jaar.

De locatie van de productie is wel sterk verandert. Waar deze in de jaren 60 vooral plaatsvond in India en de westerse landen, zijn de westerse landen nog steeds grote producenten, maar zijn de meeste van deze landen ingehaald door Pakistan, China en Brazilie. Percentueel gezien is de zuivelproductie ook sterk toegenomen in de Sahel regio.
Per hoofd van de bevolking is de melk productie in Nederland sterk gestegen. Nederland behoort samen met Costa Rica, Botswana, Cyprus, Portugal, Brazilie, Albanie, Ierland, Uruguay en Nieuw Zeeland tot de top 10 waar de productie met meer dan 100 kg/persoon gestegen.

De consumptie van zuivelproducten was in de jaren 60 nog sterk gerelateerd aan de productie, omdat er minder werd gesleept met voedselproducten. De consumptie in kg/persoon/jaar is echter in de westerse landen zo groot, dat deze ook in 2018 in de westerse landen nog steeds het hoogste was (rond de 200 tot 300 kg/persoon/jaar). De consumptie in Nederland is tussen 1961 en 2018 niet heel veel verandert, grofweg 350 kg/persoon/jaar, dus ca 1 kg zuivel/persoon/dag.

Niet alle landen zijn in staat om te voldoen aan de binnenlandse vraag naar zuivelproducten, terwijl andere landen meer produceren dan ze consumeren. Netto importeurs zijn landen die vooral gelegen zijn in het Caribisch gebied, de Sahel en in Zuid Azie (tussen de keerkringen), terwijl netto exporteurs landen zijn, gelegen in Europa, Zuid Amerika, Zuidoostelijk Afrika en Oceanie (buiten de keerkringen).

Bronnen

- https://ourworldindata.org/
- https://ourworldindata.org/grapher/milk-production-tonnes

Geen opmerkingen: