Historie
De drie pijlers people-planet-profit (in het Engels de Triple bottom line genoemd), schijnen in 1989 te zijn bedacht door John Elkington. Opvallend is echter dat deze op het eerste gezicht redelijk overeen lijken te komen met de 3 basis principes zijn van de permacultuur beweging zoals geformuleerd door Bill Mollison in zijn boek 'Permaculture A designers manual' uit 1988: Care of People, Care of the Earth, en Setting Limits to Population and Consumption; later zijn deze verpopulariseerd tot people care, earth care, fair share. Hoewel beiden over geld gaan, is Fair share echter wel een andere benadering dan Profit.Op basis van: https://www.researchgate.net/figure/The-three-pillars-of-sustainability-Based-on-sustainable-development-from_fig1_280935357 |
Deze 3 pijlers zijn dus cruciaal voor een goed succesvol systeem. Want idealen (een eerlijke wereld, een schone wereld, of de planeet redden) zijn mooi. En idealen zijn zelfs noodzakelijk om ergens echt voor te gaan, voor te vechten. Maar uiteindelijk beklijft het alleen als het ook blijft werken, het moet werken voor/passen bij de eigenaren (people), het moet werken voor het ecosysteem waarin het systeem is ontworpen (planet) en er moet geld mee worden verdiend: als je er een eerlijke boterham mee verdient, kun je er tijd in blijven steken en blijft het systeem dus produceren (profit). Deze 3 pijlers zijn dan ook een belangrijk handvat voor een goed holistisch regeneratief systeemontwerp.
People: De mens centraal
Een belangrijk basis uitgangspunt bij de mens centraal is dat de landeigenaar zijn land vaak vele malen beter kent dan een willekeurige ontwerper of beleidsmaker. De eigenaar is daardoor vaak veel beter in staat om samen met anderen tot de juiste oplossing te komen die regeneratief is, maar ook werkt (lokaal maatwerk).Door deze landeigenaar centraal te stellen wordt zijn kennis optimaal gebruikt, maar wordt hem ook de verantwoordelijkheid gegeven, wat veel betere resultaten zal geven dan op consensus gebaseerde subsidieregelingen (one size fits all).
Het regeneratief systeem dat wordt aangelegd, mag daarbij nooit een systeem op zichzelf worden wat belangrijker is dan de rest. Als het ons boven de pet groeit, lijkt het een op zichzelf staand fenomeen te worden, waar de menselijke maat uit kan verdwijnen en waarbij op een gegeven moment kan gelden: to-big-to-fail. Daar waar de menselijke maat juist het uitgangspunt is, neemt de betrokkenheid toe, wil men de verantwoordelijkheid nemen voor het aangelegde systeem, om het systeem te onderhouden. Daar waar de menselijke maat maatgevend is, en de gemeenschap betrokken is bij de productie van het eten (zie bijvoorbeeld het herenboeren concept), wordt iedereen zich ineens veel meer bewust van waar ons eten vandaan komt, hoeveel moeite het kost om het te produceren, waardoor waardering voor het eten maar ook de waardering voor de boer toeneemt. Daarbij gaan mensen veel meer eten wat er in het seizoen beschikbaar is, i.p.v. altijd hetzelfde eten, hoeveel voedselkilometers het gewas ook heeft afgelegd (zie ook deze blogpost over hoeveel energie het tegenwoordig kost om ons eten te produceren). En juist als het gaat om de productie van eten, en daar samen een lekkere maaltijd van maken, groeit de gemeenschapszin en de kennisoverdracht omtrent het geproduceerde eten. Kijk daarom eens naar wat er in de Britse stad Todmorden gebeurde toen de hele stad een groot food-forest werd, het verhaal wordt op een geweldige manier verteld in de ted talk "incredible-edible".
Planet: De planeet centraal
Zoals de "ons voedsel" serie (zie blogpost 13 voor de samenvatting) heeft laten zien, heeft de grootschalige geindustrialiseerde landbouw een behoorlijk negatieve impact op de gezondheid van onze planeet. Covid-19, maar ook klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit laten ons zien dat de maakbaarheid van de samenleving beperkt is. De mens is onderdeel van en kan niet zonder het grotere ecosysteem. De natuurfilosoof Matthijs Schouten heeft zeer interessant onderzoek gedaan naar hoe de mens wereldwijd zich verhoudt tot de natuur varierend van 'overheerser' (survival of the fittest) tot 'volledig onderdeel zijn van' met alles ertussen - in deze blogpost is daarop ingegaan. En de verhouding tot de natuur in de westerse landen is sinds de industriele revolutie 'wij overheersen de natuur'. Dit is in het westen aan het veranderen naar 'wij werken samen met de natuur' of zelfs 'wij zijn onderdeel van de natuur'. In de waterbouwwereld is dit terug te zien in het steeds meer gebruikte concept 'building with nature'; bij regeneratieve systemen geldt 'growing with nature' en 'mimicking nature' - het nadoen van de natuur.Een goed regeneratief systeem herstelt de schade die veroorzaakt is door de grootschalige geindustrialiseerde landbouw, omdat er een surplus is die niet wordt geoogst, je stopt meer in het ecosysteem dan je eruit haalt.
Bron: https://medium.com/age-of-awareness/sustainability-is-not-enough-we-need-regenerative-cultures-4abb3c78e68b |
Hierbij gaat het dus om een ontworpen, uitermate divers ecosysteem, waarbij ook het bodemleven volledig gezond is (zie blogpost 4 uit deze reeks), zodat bijvoorbeeld
- water goed kan infiltreren door een veel betere bodemstructuur,
- maar door die betere bodemstructuur erosie ook sterk kan worden beperkt;
- koolstof in grote mate langdurig wordt vastgelegd door bijvoorbeeld de schimmels;
- en de nutrientenkringloop gezond is,
- maar ook nutrienten beschikbaar worden gemaakt uit de mineralen in de bodem.
Profit: De financien centraal
Een van de redenen dat hulp programma's niet werk(t)en is onder andere dat er geen goed economisch plan aan ten grondslag ligt. Een belangrijke reden wat mij heeft overtuigd voor agroforestry als belangrijke pijler bij stroomgebiedsherstel, is dat stroomgebiedsherstel projecten in relatief 'arme' gebieden op de lange termijn vaak minder goed of zelfs niet werken als de economische pijler te zwak is: als de subsidie voor het project stopt, stopt daarmee ook het project.Juist met agroforestry kunnen hier 2 dingen bereikt worden: zowel het landschap blijft op de lange termijn permanent begroeid, breidt uit en herstelt zich bij schade, terwijl mensen er ook hun brood mee kunnen verdienen. Dus blijft het systeem werken als het project stopt.
Want uiteindelijk draait het daarom: hoe verdient iedereen zijn brood? Als je er geen eens droog brood mee kunt verdienen, dan is de kans groot dat je er er uiteindelijk mee stopt.
Het is hierbij wel belangrijk om te realiseren dat er bij een goed ontworpen polycultuur per gewastype minder opbrengst per hectare is ten opzichte van een monocultuur, terwijl per hectare de totale opbrengst hoger ligt. Dit heeft echter tot gevolg dat als je voor de "export" gaat produceren, er meer logistieke bewegingen nodig zijn, vanwege verschillende oogstmomenten van de verschillende gewassen, met alle kosten van dien. En iedereen in de logistieke keten wil ook een boterham verdienen, dus is er voor de producent steeds minder aan te verdienen. Als je echter vooral voor de lokale markt produceert of de klanten hun eten laat komen ophalen, of zelfs laat plukken of oogsten verandert het kostenplaatje sterk.
Bron: https://www.sandiaseed.com/blogs/news/shorten-your-food-chain-infographic |
Tenslotte: het gaat niet om winstmaximalisatie. Kapitalistische winstmaximalisatie richt deze planeet te gronde (zie dit goede artikel daarover in Vrij Nederland). Juist die focus op winstmaximalisatie heeft tot slavernij in de chocolade sector geleid (tony chocolony was op weg naar slaafvrije chocola...), tot enorme misstanden in de kledingsector, in de bloemensector, in de fabrieken voor mobiele telefoons, in de mijnsector en ga zo maar door. Overal worden mensen en de planeet uitgebuit zodat een beperkte groep heel veel winst maakt.
Met een goed regeneratief ontwerp moet dus winstmaximalisatie achterwege gelaten worden en juist bewust gekozen worden voor een het verdienen van een goede boterham, maar verder fair share in de hele keten en zelfs herverdeling van winst zodat het gehele systeem erop vooruit gaat.
People, planet, profit
Regeneratieve landbouw is een geweldig concept, dat een wezenlijke bijdrage kan leveren in het oplossen van klimaatveranderingsproblemen. Bij het ontwerpen van regeneratieve systeem zijn echter drie pijlers van groot belang: het moet werken voor de betrokkenen, het moet de planeet ten goede komen en er moet ook een boterham mee verdiend kunnen worden, waarbij winstmaximalisatie moet worden uitgebannen. Alleen als het systeem aan alle drie de pijlers recht doet is het ontworpen systeem een lang leven beschoren, zo niet, dan worden na verloop van tijd de negatieve gevolgen te groot en is de kans groot dat het systeem als een kaartenhuis in elkaar stort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten